Een onderneming met een machtspositie heeft een dermate sterke positie op de markt dat de concurrentie is verzwakt. De positie van een onderneming met een machtspositie is zo sterk dat zij haar wil kan opleggen aan concurrenten, leveranciers en afnemers. Dit kan leiden tot hogere prijzen dan nodig, tot verminderde kwaliteit van producten en diensten en minder innovatie. Bovendien beperkt misbruik soms de toetreding van nieuwe ondernemingen. Consumenten, ondernemingen en de maatschappij als geheel kunnen daardoor worden benadeeld.

Om te voorkomen dat een onderneming met deze macht haar positie misbruikt, is in de Landsverordening inzake concurrentie het verbod op misbruik van machtspositie opgenomen.

Wanneer is sprake van een machtspositie?

Een onderneming heeft in ieder geval een machtspositie als haar marktaandeel 60% of meer bedraagt. Bij een lager marktaandeel kan een onderneming ook een machtspositie hebben. Dat hangt dan af van onder meer de mate van de concurrentie en de mogelijkheden voor nieuwe ondernemingen om de markt te betreden.

Wanneer is sprake van misbruik?

Het hebben of creëren van een machtspositie is niet verboden. Concurrerende ondernemingen willen immers hun marktaandeel vergroten. Vanwege de zeer sterke positie van een onderneming met een machtspositie gelden echter wel de strengere misbruikregels, die voor ondernemingen zonder machtspositie niet gelden.

Een onderneming kan haar machtspositie misbruiken als zij bijvoorbeeld:

Ook andere vormen van marktgedrag door een onderneming met een machtpositie kunnen worden gezien als misbruik. Zo kunnen bepaalde gedragingen misbruik vormen als ze hetzelfde effect hebben als een verbod om met andere leveranciers zaken te doen.

Voor wie geldt het verbod op misbruik van een machtspositie?

Het verbod op misbruik van machtspositie geldt voor ondernemingen met een machtspositie. Ondernemingen kunnen zijn alle binnen- en buitenlandse ondernemingen en verenigingen van ondernemingen die economische activiteiten verrichten op de Curaçaose markt. Economische activiteiten kunnen bestaan uit het aanbieden van producten en/of diensten op de markt door ondernemingen. Ondernemingen zijn niet alleen gewone bedrijven, maar ook bijvoorbeeld vrije beroepsbeoefenaars, staatsbedrijven en sommige stichtingen.

Wat is de sanctie bij een overtreding?

De FTAC kan aan ondernemingen met een machtspositie een bindende aanwijzing opleggen. Een bindende aanwijzing is geen sanctie, maar een instructie hoe een onderneming met een machtspositie zich moet gedragen in de markt om misbruik te voorkomen. Een bindende aanwijzing kan bijvoorbeeld een verplichting zijn om onder redelijke voorwaarden een overeenkomst met een afnemer aan te gaan. In spoedeisende gevallen kan de FTAC vooruitlopen op het opleggen van een bindende aanwijzing en een preventieve maatregel opleggen.

Bij overtreding van bindende aanwijzingen en preventieve maatregelen kan de FTAC boetes opleggen tot maximaal 10% van de jaaromzet van een onderneming. De (sanctie)besluiten van de FTAC zijn openbaar en worden gepubliceerd op deze website.